Ik zat midden in een verbouwing, zeg maar gerust een grote verbouwing. De hele achtergevel een stuk de tuin in, van binnen alles omgegooid. En ik schijn nogal een vreemd persoon te zijn, want ik vond dat dus heerlijk.

Waarom vreemd? Er ging geen dag voorbij of mensen vroegen me of het nog ging, wonen op mijn kantoor. Ja, heel goed. Dat het zeker wel stressvol zal zijn zo’n verbouwing. Nou, nee. En dat ik vast blij zal zijn als het voorbij is. Over een tijdje vast, maar nu nog niet.

Niet? Nee, ik genoot van het proces. Van leven met de gedachte dat het nog alle kanten op kon. Met kleuren, materialen, de inrichting. En ja, ik genoot ook van wat er mis gaat, van wat er niet liep zoals verwacht, als er snel besluiten moesten vallen.

Ik die me graag goed voorbereid op wat ik doe en niet vies is van plannen en organiseren, kwam tot leven toen er chaos was. Toen ik moest improviseren en niet alles kon controleren. Dan voel ik me krachtig, vertrouw ik op mijn intuïtie en krijg ik heel veel energie.

Gelukkig dus maar dat ik me niet snel iets aan laat praten. Of beter gezegd: niet meer.

Ook ik heb me jaren heel veel aangetrokken van wat anderen vonden of dachten dat goed voor mij was. Dat leek misschien niet zo, want ik ging van jongs af aan mijn eigen weg, maar lang niet altijd voelde dat fijn. Ik liet me vaak aan het twijfelen brengen.

Moest ik toch die vaste baan aannemen die me werd aangeboden? Moest ik met mijn kind verhuizen naar een plek buiten de stad? Moest ik veel meer doen met mijn universitaire achtergrond. Stoppen met werken in het theater. Opdrachten met veel reistijd doen door het hele land? Of andere tips en adviezen opvolgen?

Inmiddels weet ik beter. Het leven dat ik leid en werk dat ik doe past precies bij mij en bij hoe ik me wil voelen: vrij, sprankelend, betekenisvol en verbonden.

En dus laat ik me niet meer aanpraten dat het anders moet of dat ik het eigenlijk anders wil. Mijn leven is van mij. Net zoals dat van jou van jou is.

Wat doe jij nog dat anderen je aanpraten?